Op 31 augustus 2020 werd opnieuw de meerjarensubsidie van Fonds voor Cultuurparticipatie toegekend aan DOX. Het fonds is specifiek bedoelt voor talentontwikkeling en steunt jaarlijks onze DOX Clubs. Naast deze subsidie ontvangt DOX ook meerjarensubsidie van Gemeente Utrecht. Daarnaast heeft DOX positief advies gekregen voor de Basis InfraStructuur subsidie.
Van de 54 aanvragers is DOX een van 34 stichtingen die de toekenning van het Fonds voor Cultuurparticipatie hebben ontvangen en daar zijn wij erg trots op. De commissie sprak lovend over ons: “Op basis van de aanvraag is het voor de commissie duidelijk dat DOX een unieke positie heeft binnen de urban arts. De commissie heeft waardering voor de eigen identiteit en aanpak van DOX; gecombineerd leveren die een waardevolle bijdrage aan de invulling van talentontwikkeling. Kenmerkend zijn de koppeling tussen makers en talenten (co-creatie), de transdisciplinaire werkwijze en de centrale plaats die de multiculturele en multidisciplinaire grootstedelijke context van jongeren bij DOX inneemt. In de visie van DOX is diversiteit de basis voor artistieke innovatie en sociale ontwikkeling. De commissie van mening dat DOX hierdoor toegankelijk is voor jongeren uit allerlei gremia en een goede afspiegeling is van de huidige samenleving.
De commissie is positief over de visie van DOX op het aangaan of verstevigen van samenwerkingsrelaties en vindt de instroom en doorstroom van deelnemers in de aanvraag goed onderbouwd. DOX kiest voor doelgerichte samenwerking om het talentontwikkelingstraject voor de deelnemers te optimaliseren. De commissie waardeert de nadruk die DOX wil leggen op een aantal belangrijke partners. Zo wil de organisatie de samenwerking met Theater Utrecht uitbreiden om aan slagkracht te winnen en de grote zaal te kunnen gebruiken waarover die organisatie beschikt. DOX Club intensiveert de komende periode de samenwerking met Utrechtse makers en gezelschappen waaronder de ToneelMakerij, om zich op ontwikkeling en doorstroom van talenten te richten. Verder onderschrijft de commissie het belang van uitwisseling van makers, kennis en ervaring met de kunstvakopleidingen, met het oog op de doorstroom.”